Principeakkoord Bovag cao: eerst nullijn
De nieuwe cao waarover Bovag en vakbonden maandaag een principeakkoord hebben bereikt, heeft een looptijd van 25 maanden. De eerste twaalf maanden van de nieuwe cao is er géén structurele loonstijging. Gerekend over 25 maanden stijgen de vaste lonen gemiddeld 0,83 procent. De cao ga met terugwerkende kracht in op 1 oktober 2012.
Bij de cao-onderhandelingen beoogde Bovag verlenging van de huidige cao met een jaar met alleen een éénmalige uitkering. Geen structurele loonstijging voor twaalf maanden dus. Een afspraak voor een jaar bleek echter niet haalbaar. Na een periode van onderhandelingen zijn Bovag en vakbonden tenslotte uitgekomen op een cao met een looptijd van 25 maanden, waarbij de nullijn voor het eerste jaar is gewaarborgd. Dit geeft rust op het gebied van arbeidsvoorwaarden en duidelijkheid over de kosten.
Gezien de lange looptijd, zitten er in de nieuwe cao twee structurele loonsverhogingen, één halverwege, en één tegen het eind van de looptijd van de cao. Door de loonsverhogingen naar achter te schuiven, stijgen de lonen de komende twee jaar gemiddeld niet meer dan 0,83 procent. Ook zitten in de cao twee eenmalige uitkeringen, waarbij de werkgever kan kiezen tussen uitbetalen in geld of vrije tijd.
Hans Everts, voorzitter van de sociale commissie van Bovag en leider van de onderhandelingsdelegatie: "We weten allemaal dat 2013 een moeilijk jaar wordt. Daarom is het goed dat we voor twaalf maanden een nullijn hebben weten vast te houden. De loonsverhogingen zitten aan het eind van het jaar, zodat de impact op de loonkosten beperkt is. Wij vinden dat er een evenwichtige cao is afgesproken met een gematigde loonstijging. Ook de keuzemogelijkheid voor de eenmalige uitkering in geld of tijd past bij de moeilijke periode waar we als werkgevers en werknemers samen doorheen moeten."
Voor 1 oktober 2013 is een structurele loonstijging van 1,25 procent afgesproken. Op 1 augustus 2014 volgt een structurele loonstijging van 1,5 procent. Verder zijn twee eenmalige uitkeringen afgesproken, waarbij Bovag heeft bedongen dat de werkgever de keuze heeft die om te zetten in extra vrije dagen, zogenoemde werkgelegenheidsdagen. De werkgever heeft dus de keus om in april 2013 ofwel eenmalig een uitkering van 1,5 procent te betalen ofwel over 2013 drie werkgelegenheidsdagen (24 uur) in te plannen. Varianten zijn ook mogelijk: 1 procent geld en 1 dag of 0,5 procent geld en 2 dagen. In januari 2014 kan de werkgever nogmaals kiezen om ofwel een eenmalige uitkering van 0,5 procent uit te keren ofwel 1 werkgelegenheidsdag (8 uur) in te plannen.
Bron: Aftersalesmagazine.nl